Sinds 2011 kunnen werknemers op een nieuwe manier pensioensparen. De
Premie Pensioen Instelling (PPI). Bij de PPI kan pensioenpremie op een
spaar- of beleggingsrekening worden gestort. De premie en het rendement
zal uiteindelijk het pensioenkapitaal zijn waar een pensioen voor kan
worden geregeld. In jargon heet dat pensioen aankopen.
In pensioen kunt u een knip aanbrengen. De opbouw- en de uitkeringsfase.
De opbouw
Uw
werkgever spreekt met u af hoeveel geld hij op uw rekening zal storten.
Dat kan veel of weinig zijn. Meer premie zal uiteindelijk in een hoger
pensioen resulteren. Komt u te overlijden, dan krijgen uw nabestaanden
niets van het PPI. Dat noemt men sterftewinst. Het niet halen van uw
pensioendatum betekend dat het spaargeld voor het PPI is. Er is dus géén
uitkering aan uw nabestaanden.
Verzekeren
Pensioen
is vaak meer is dan sparen alleen. Denk u daarbij aan dekkingen bij
overlijden (nabestaandenpensioen) of arbeidsongeschiktheid (premie
vrijstelling). Dat verzekeren kan het PPI niet. Vaak wordt dat geregeld
via een verzekeraar. Op die manier kunnen uw nabestaanden (partner en
kinderen) toch nog geld krijgen na uw overlijden.
Uitkeringsfase
Als
u de pensioendatum bereikt, komt het pensioen spaargeld beschikbaar.
Met dat geld moet u vervolgens naar een verzekeraar naar keuze gaan die
de levenslange uitkering zal gaan verzorgen. U heeft zelf grote invloed
hoe uw pensioen er uit komt te zien. Wilt u bijvoorbeeld worden
gecompenseerd voor de inflatie of een uitkering voor uw nabestaanden als
u op bijvoorbeeld uw 70ste komt te overlijden? Het is uw keuze. Dat
elke keuze financiele gevolgen heeft mag duidelijk zijn.
Als uw
werkgever u een nieuw pensioen wilt aanbieden in de vorm van een PPI.
Laat u dan voorlichten. Het ene PPI is namelijk het andere niet.
Hoofdregel is dat u meer onzekerheid heeft over uw pensioen als bij een
verzekeraar of pensioenfonds. Dat kan zowel positief als negatief zijn.
Hoeveel pensioen
Een
veel gestelde vraag is hoeveel pensioen u kunt ontvangen. Een goede
vuistregel is op dit moment een factor 20. Dat wil zeggen als u €
100.000,-- bij elkaar heeft gespaard, het pensioen ongeveer € 5.000,--
bruto (100.000 / 20). Wilt u € 10.000,-- pensioen (bruot) per jaar, dan
is dat uiteraard € 200.000,--.