zaterdag 12 oktober 2013

fiscale gevolgen eigen woning bij overlijden

Onze wetgever heeft gepoogd bij het overlijden de fiscale gevolgen zou eenvoudig mogelijk te houden. Hieronder worden enkel aandachtspunten op het gebied van financieren in beeld gebracht.

OVERLIJDEN VAN DE EIGENAAR VAN EEN EIGEN WONING
De eigenwoningreserve is een persoonlijke reserve. Dat betekent dat bij het overlijden de reserve vervalt en niet toevalt aan de langstlevende.

WONING BEWOOND DOOR ERFGENAAM IN AFWACHTING VAN VERKOOP
Een dochter is bij haar moeder gaan wonen om haar te verzorgen. Moeder overlijdt en de dochter is met haar zuster enig erfgenaam. Na het overlijden blijft ze tot het moment van verkoop in de woning wonen om te voorkomen dat die wordt gekraakt. Volgens het standpunt van de staatssecretaris krijgt ze dan bij verkoop van de woning een eigenwoningreserve toebedeeld. Ze heeft namelijk een onverdeeld aandeel in een woning die tevens haar hoofdverblijf is. Stel dat de woning wordt verkocht voor € 150.000 en dat er geen hypotheekschuld (meer) is. In dat geval wordt de inwonende dochter opgezadeld met een eigenwoningreserve van € 75.000, terwijl haar zuster met de schrik vrijkomt, want voor haar is het geen eigen woning.

HYPOTHEEKSCHULD
Bij overlijden bestaat over het algemeen de mogelijkheid om de lening boetevrij af te lossen. Uiteraard moet(en) de nabestaande(n) dan wel over de financiƫle middelen beschikken om de lening af te lossen. Als de lening niet of niet volledig is afgelost door de geldnemer, gaan de verplichtingen volledig over op de nabestaanden. De lening wordt bij overlijden dus niet kwijtgescholden, noch komen verplichtingen te vervallen.

Wel kunnen betalingen, als nabestaanden overgaan tot verkoop van het onderpand, soms opgeschort worden tot een later tijdstip.