dinsdag 3 september 2013

Uitstellen nabestaanden lijfrente

Een nabestaandenlijfrente moet direct na het overlijden ingaan. Wel mag u gebruikmaken van de wettelijke termijn (31 december van het tweede jaar volgend op het jaar van overlijden). Uitstel is alleen toegestaan als de gerechtigde van de nabestaandenlijfrente recht heeft op een Anw-uitkering.

Bij uitstel wordt de nabestaandenlijfrente uitgesteld tot het einde van het recht op de anw-uitkering. Het maakt hierbij niet uit of er sprake is van een bancaire of verzekerde lijfrente.

Mensen die recht kunnen hebben op een Anw-uitkering:


  • Een nabestaande echtgenoot/partner die is geboren vóór 1 januari 1950. De Anw-uitkering eindigt op het tijdstip waarop de gerechtigde 65 jaar wordt
  • Een nabestaande echtgenoot/partner die is geboren na 31 december 1949 en een kind verzorgt dat jonger is dan 18 jaar. De Anw-uitkering eindigt dan op het tijdstip waarop het jongste kind 18 jaar wordt. 
  • De nabestaande is arbeidsongeschikt op en sinds de dag van het overlijden van de echtgenoot of partner.
  • Een kind dat door het overlijden halfwees is geworden.
  • Een kind dat door het overlijden ouderloos is geworden, kan zelfstandig recht hebben op een Anw-uitkering. Deze uitkering eindigt, naar gelang de omstandigheden, op het tijdstip waarop het kind de leeftijd van 16, 18 of 21 jaar bereikt.

Voor het uitstellen van de nabestaandenlijfrente is goedgekeurd:
  • Een nabestaandenlijfrente of -lijfrentespaarrekening voor de echtgenoot/partner kan op grond van de polis ingaan op het tijdstip waarop het jongste kind 18 jaar wordt, in plaats van een eventueel eerder tijdstip waarop de Anw-uitkering eindigt (halfwezenuitkering).
  • Een nabestaandenlijfrente of -lijfrentespaarrekening voor nabestaande echtgenoten/partners die zijn geboren vóór 1950 en die tot de 65-jarige leeftijd Anw-gerechtigd zijn, kan op grond van de polis of overeenkomst ingaan op 65-jarige leeftijd, ondanks een mogelijk eerder einde van de Anw-uitkering.
  • Een nabestaandenlijfrente of -lijfrentespaarrekening voor een kind dat door het overlijden ouderloos wordt (volle wezenuitkering), kan op grond van de polis of overeenkomst ingaan op het tijdstip waarop het kind 21 jaar wordt, in plaats van een eventueel eerder tijdstip waarop de Anw-uitkering eindigt.